Zo hebben mijn twee dramatische pogingen tot literatuur en poëzie vorige week mij zo goed geholpen dat ik nu significant beter slaap. Daarvoor was ik alleen maar aan het piekeren 's nachts. Of ik dronk mezelf in slaap, terwijl ik normaliter een zeer goede slaper ben. Ik slaap zo goed, dat ik vaak al slaap vóórdat mijn hoofd mijn kussen heeft geraakt. Dat is voor mij een zegen, voor mijn bedpartners helaas vaak niet. Dat komt vaak doordat ik nog wel eens snurk, met name na de inname van alcoholische consumpties. Dit is een recht evenredig verband met mijn snurkpatroon. Ik vind het daarentegen tamelijk onrechtvaardig dat sommige van mijn bedpartners klagen dat ik snurk. Zij snurken hoogstwaarschijnlijk ook, maar dat maak ik nooit mee, want dan slaap ik namelijk. Desalniettemin heb ik één bedpartner -ik noem het zo, want er slaapt ook wel eens een vrouw of man naast me waar ik geen seksuele handelingen mee uitvoer- gehad, die nóg sneller in slaap viel dan ik en die zó hard snurkte dat hij mij tot wanhoop dreef.
Snurken is gewoon kut, vooral als je dat als vrouw doet. Het is oncharmant, niet vrouwelijk en zeker niet libidoverhogend. Ik moet heel eerlijk zeggen dat ik me altijd wat zorgen maak als ik weer naast een nieuwe bedpartner in bed lig en probeer wel eens later in slaap te vallen dan diegene, om zo de kans dat ik betrapt word op snurken te verkleinen. Helaas val ik over het algemeen toch direct in slaap, al dan niet dankzij de verschrikkelijk uitputtende bedprestaties die ik daarvoor heb moeten leveren. Of mijn chronisch slaaptekort heeft ervoor gezorgd dat ik al 3 uur op de automatische piloot aan het hangen was in de kroeg, waardoor ik mijn ogen überhaupt niet meer open kon houden. Ik heb overwogen om naar het collega-specialisme keel-neus-oor-geneeskunde te stappen, maar ik ben te gierig om mijn eigen risico uit te geven aan een arts die hoogstwaarschijnlijk zegt dat mijn neusgaten aan de bovenkant te klein zijn, waarvoor ik een neuscorrectie moet ondergaan.
Maar even terug over mijn blog. Het is tegenwoordig heel hip om een blog te hebben om te zeiken over je bekrompen vastgeroeste leven en te mijmeren over de zin van het leven (en van de worst in mijn geval). Daarvoor is dit blog dus niet. Mensen mogen het eigenlijk niet lezen en laat staan commentaar leveren.
Ik kan uiteraard niet tegen kritiek en deze duld ik dan ook niet op mijn blog. Bij hoge uitzondering heb ik gisteren mijn vriendin mijn getypte onzin laten lezen en per ongeluk heeft ze de link gezien, dus nu kan zij ongegeneerd mijn hersenspinsels lezen. Ik hou haar in de gaten. Daarnaast schrijft ze een boek over haar mislukte Tinderdates (waar ik overigens wel om moest lachen).
Ik kan op dit moment niet lachen. Niet hard althans. Ik heb me namelijk in een poging tot het opnieuw inblazen van mijn sportieve leven in elkaar laten stompen door stoere meisjes en strakke negers van de kickboksschool hier om de hoek. Proefles zeiden ze, recreatief boksen stond op het rooster, dus ik verwachtte allerlei asportieve kneuzen die ongemakkelijk een bokszakje aan het aaien waren. Van die nerds met beslagen brillen met te korte sportbroekjes die ze al sinds het laatste jaar gymles op school hebben. Mijn verwachtingen bleken allesbehalve op waarheid te berusten. Enigszins gespannen -ik had immers al jaren niet meer gesport en een vechtsport is toch ook weer wat anders- betrad ik de zaal. Deze vulde zich langzaamaan met aanzienlijk droog afgetrainde donkere mannen met strakke t-shirts en stoere lenige meisjes die zich ondertussen al wat aan het warm waren rekken. Kut. Waar waren de beginners? Dit was toch recreatief kickboksen..? Vervolgens ben ik een half uur lang afgebeuld door een zeer chagrijnige trainer die ook nog half in conflict raakte met het zeer lange stoere meisje wat me godzijdank op sleeptouw nam. Enthousiast begon ik met stoot-stoot-hoek-trap, waarna zij dezelfde routine om mij oefende. Mijn linkerschouder schoot bijna uit de kom na haar het opvangen van haar linkerhoek. O, glimlachte ze, ik zal wel wat rustiger aan doen. Daarna volgde het 'sparren', iets waarvan ik wel ergens in mijn rommelige geheugen kon herinneren dat het 'iets met boksen te maken had', maar de precieze betekenis was mij onbekend. Sparren bleek een soort vrij meppen -en in dit geval ook trappen- op elkaar. Niet op het hoofd. En dus ook niet in het kruis bleek toen ik tot tweemaal toe één van de droog afgetrainde donkere mannen een trap verkocht, waar ik zelf toch best wel trots op was. Dwars door z'n toque heen (ik was stiekem toch best content). De mededeling die ik wanhopig aan mijn tegenstander deed vóór elk potje 'dat dit mijn proefles was en dat ik überhaupt nog nooit eerder had gebokst' ging helaas elke keer in ongeveer maximaal 10 seconden van het ene naar het andere oor, waarna ik jammerlijk in elkaar werd gerost. Wat ik ook probeerde, ik bleef klappen krijgen. En toch voelde het wel goed. Althans, direct na de les. Dat ik nu na twee dagen nog steeds mijn linkerarm niet boven mijn hoofd krijg begint vervelend te worden. En de blauwe plekken worden ook steeds meer zichtbaar. Het afbeulen duurde in totaal een uur. Dinsdag ga ik weer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten