woensdag 22 april 2015

Taalnazi.


Ik geef het direct toe al voordat er vooroordelen ontstaan: ik ben een taalnazi. Al mijn hele leven verbeter ik anderen of mezelf en ik ben een perfectionist als het gaat om spelling en grammatica. Ik geef ook toe dat er bij mezelf langzamerhand wel eens een draak van een fout insluipt, maar ik zal dat ook direct toegeven en verbeteren. Dit is mijns inziens hoogstwaarschijnlijk ontstaan omdat mijn vader juist zo'n stereotype allochtone man was die na meer dan de helft van zijn leven in Nederland wonende nog steeds spelfouten maakte die een kind van 8 zelfs zou zien. En dit was een niet verbeterende situatie en hierdoor uitzichtloos. Hierdoor kan ik mij verschrikkelijk ergeren aan taalfouten en wil hier dan ook continu commentaar op leveren, wat mijn naasten me niet altijd in dank afnemen. Taalfouten zeggen immers niks over intelligentie (vinden zij dan). De meeste mensen die niet kunnen spellen zijn dan ook dyslectisch en kunnen er niks aan doen. Ik vind mensen die tenenkrommende taalfouten maken lui en dom. Als ik iets niet weet, probeer ik me er ook in te verdiepen, zodat ik volgende keer weet waar ik over praat. Of ik houd gewoon mijn mond.

Taalfouten zijn echter tegenwoordig hip en happening. Er zijn meerdere populaire Facebookgroepen aan gewijd, er bestaat een heuse ‘Taalvoutjes-scheurkalender’ en op de PABO opleiding moeten aankomende leraren tegenwoordig in het eerste jaar een taaltoets doen. Het is verplicht om deze toets te halen, anders mogen ze geen niet verder met hun opleiding. Het is immers wel de bedoeling dat de volgende generatie correct Nederlands leert op school.


Dat brengt mij op het volgende. De wondere wereld van artsen en hun taal. Ik blijf mij erover verbazen over de grote hoeveelheid collega-artsen die het verschil tussen jou en jouw niet weten en op willekeurige plaatsen -d's en -t's zetten. En ik krijg dan toch een soort van plaatsvervangende schaamte. Artsen zijn toch intelligente wezens die correct Nederlands zouden moeten kunnen schrijven en typen? Fouten als 'hij herkend' en 'dat betekend' zijn echter geen uitzondering in statussen en brieven. Ik vraag me dan altijd af wat een patiënt denkt als hij een brief meekrijgt van zijn arts waarin dit soort fouten staan. Neemt die patiënt zo'n arts nog wel serieus? Maar misschien neem ik het zelf allemaal veel te serieus en interesseert het niemand wat. In het begin van mijn medische carrière deed ik nog af en toe een poging om sommige tenenkrommende fouten te verbeteren, maar na een aantal keer weer voor ‘taalnazi’ te zijn uitgemaakt ben ik daarmee gestopt. Ik heb echter wel besloten om me vanaf nu in te zetten voor het bestrijden van niet bestaande termen binnen het medische vakjargon en termen die continu fout worden geschreven.  Ik ben diep van binnen een wereldverbeteraar en daar hoort correcte spelling ook bij. Nou ben ik niet zo’n verschrikkelijke taalpurist als Bryan Henderson die al 47.000 keer een grammaticafout op Wikipedia heeft verbeterd, maar ik probeer wel mijn steentje bij te dragen. Daarnaast: als we als medici allemaal moeilijk vakjargon willen gebruiken ben ik van mening dat we dat dan wel correct dienen te spellen.


Een term die binnen de heelkunde heel veel wordt gebruikt en ook met grote regelmaat verkeerd wordt gespeld en verkeerd wordt uitgesproken is 'serosanguinolent'. Verbasteringen als ‘serangulent’, ‘serosangulent’ en allerlei andere onverstaanbare verhaspelingen passeren regelmatig de revue tijdens overdrachten. Om even te beginnen met de context waarin deze term wordt gebruikt: serosanguinolent is dé zeer populaire term om de kleur en doorzichtigheid van vocht te omschrijven en dan met name wondvocht. Het is een positieve term, en als er 'serosanguinolent vocht uit wond' wordt geschreven of verteld, springt iedereen een gat in de lucht, want dan gaat het goed ‘met de wond’. Hiertegenover staat 'pus' wat over het algemeen een negatieve lading heeft. Maar wat dat serosanguinolent dan precies betekent kunnen veel medici vaak niet uitleggen. 


Terwijl ik me verdiepte kwam ik er ook achter dat er geen echte definitie dan wel gestandaardiseerde spelling is van deze term. In Coëlho (voor niet-medici: het medische woordenboek) is serosanguinolent niet terug te vinden en ook Google geeft slechts 220 resultaten, merendeel in vreemde blogs of als onderdeel van onbegrijpelijke (buitenlandse) termen. Ik geef het meteen toe: er valt mijn fout-spellende collega’s dus in dat opzicht dan ook weinig kwalijk te nemen. Word zal het woord immers ook in correcte spellingvorm niet herkennen. Zonder vastgelegde definitie moest ik dus zelf maar mijn creativiteit gebruiken.. Als we het woord uit elkaar trekken kan ik met enige fantasie een combinatie van 'seroom', volgens Coëlho 'holte in een operatielitteken gevuld met sereus vocht' en 'sanguinolent' wat 'bloederig, met bloed vermengd' betekent, bedenken. Dit sanguinolent kan volgens Coëlho op alle lichaamsvloeistoffen slaan, dus zowel op bijvoorbeeld sputum als op vaginale afscheiding. Maar dit is allemaal slechts gissen. Een nadere zoektocht op Google English leverde meer op. In het Engels bestaat ‘serosanguineous’ namelijk wel officieel en de definitie is zelfs door ene professor Dugdale van de Universiteit van Washington vastgelegd op Medline Plus. 'Serosanguineous' is een combinatie van 'sanguinolent' en 'sereus'. 'Sereus' vocht is volgens Coëlho 'uit bloedserum bestaande, door ontsteking gevormde of op andere wijze uitgezwete waterige vloeistof'. Professor Dugdale vermeldt dat 'serosanguineous' vocht ‘een combinatie is tussen bloederig en sereus vocht en vaak refereert het aan vocht wat het lichaam verlaat’. Bij dat laatste wil ik even wat langer stilstaan. Vocht wat het lichaam verlaat? Ik moet bijna een traantje laten.. Wat als een longchirurg een thoracoscopie uitvoert en hij ziet dit soort vocht, maar dan zit het nog in de thorax? Officieel mag hij dit van de professor dan niet serosanguinolent nomen, want het heeft het lichaam (nog) niet verlaten. Kortom: verwarring alom.


Een betere definitie mijns inziens zou zijn: ‘serosanguinolent: doorzichtig waterig vocht, rood tot roze gekleurd, gebruikt om lichaamsvocht te omschrijven.’ Kort en duidelijk wat ook zeer wenselijk is gezien het feit dat deze term het meest gebruikt wordt door heelkundig specialismen. De mensen van Coëlho zijn van harte welkom om deze definitie over te nemen. Dan kan ik mijn collega’s namelijk gewoon volgende keer verwijzen naar de definitie en correcte spelling. Zo. Weer een stukje van de wereld verbeterd.